KNWU Campus

Wielerclubs vormen de kern van de Nederlandse wielersport, maar het besturen ervan brengt de nodige uitdagingen met zich mee. De KNWU zet zich in om wielerclubs te ondersteunen met maatwerkoplossingen die aansluiten bij hun specifieke behoeften.

Vanaf 2025 zullen we een aantal veranderingen gaan doorvoeren in de nieuwe wedstrijd- en licentiestructuur, de KNWU Campus, sociale veiligheid, clubsupport en valpartijen.

Om deze veranderingen en andere belangrijke ontwikkelingen bekend te maken, nodigen we u als verenigingsbestuurder, kaderlid, ledenraadslid of regiocoördinator uit voor een van de vijf club bijeenkomsten die we in oktober gaan houden. Gezien de diversiteit aan onderwerpen raden we aan om met meerdere bestuursleden en/of sporttechnisch kader naar de bijeenkomst te komen.

Data en locaties:

• Maandag 7 oktober: Klundert (Noord-Brabant), De Niervaert, Molenvliet 7, 4791 GB Klundert
• Woensdag 9 oktober: Deventer, De Scheg, Piet van Donkplein 1, 7422 LW Deventer
• Maandag 14 oktober: Almere, Topsportcentrum, Pierre de Coubertinplein 4, 1362 LB, Almere Poort
• Woensdag 16 oktober: Eindhoven, Indoorsportcentrum, Theo Koomenlaan 1, 5644 HZ Eindhoven
• Woensdag 23 oktober: Assen, Wielercentrum Noord, Kortbossen 5, 9405 BM Assen

Programma:

Thema's die plenair aan bod komen:

1. Wedstrijdsport

2. Clubsupport

3. Campus

4. Topsport

Na de plenaire bijeenkomst volgen twee rondes. Per ronde kan je je aanmelden voor 1 van de 4 thema's:

Ronde 1

1.  Nieuwe KNWU licentiestructuur

De licentiestructuur die is gehanteerd tot en met 2024 gaat op de schop. In plaats van de verschillende licenties wordt er vanaf 2025 gereden met een jeugdlicentie (tot en met 14 jaar) en een wedstrijdlicentie (15 jaar en ouder).

Vanaf 2025 worden de amateur-, sportklasse- en startlicenties vervangen door één nieuwe KNWU-wedstrijdlicentie. Binnen deze nieuwe licentie kun je kiezen uit drie pakketten: basis, plus en premium, elk met hun eigen voordelen. Een bijkomend voordeel is dat de tarieven van de pakketten lager zullen zijn dan die van de huidige (vergelijkbare) licenties.

2.  KNWU Campus

Binnen de afdeling Campus staan grote veranderingen op stapel om aan te sluiten bij de laatste eisen van de UCI en de trends van modern leren. We bewegen naar een flexibeler opleidingsaanbod met meer focus op e-learning en praktijkgerichte opdrachten. Dit biedt cursisten de mogelijkheid om in hun eigen tempo te leren, zowel thuis als in de praktijk, en zo hun kennis op een interactieve en toegankelijke manier te vergroten.

Daarnaast wordt het systeem van bijscholingspunten vernieuwd. De punten voor de bijscholing zal niet alleen gebaseerd zijn op theorie, maar ook op praktijkervaring en nieuwe vormen van training. Deze veranderingen zorgen ervoor dat onze opleidingen beter aansluiten bij de behoeften van cursisten en hen optimaal voorbereiden op hun rol in de praktijk.

3.  Rabobank clubsupport

Iedereen verdient een club. Het is als een tweede huis. Een plek waar je elkaar ontmoet, elkaar sterker maakt en helemaal jezelf kunt zijn. Kortom: clubs zijn onmisbaar. Rabo ClubSupport helpt clubs met kennis, netwerk en geld om hun ambities te realiseren.

4.  Talentontwikkeling

Binnen het werkveld van de topsport is het belangrijk om helder te krijgen wie en om welke redenen iemand wordt aangemerkt als talent. Dit schept duidelijkheid voor jongeren, ouders en begeleiders. 

Ronde 2

1.  Nieuwe KNWU wedstrijdstructuur

Vanaf 2025 introduceert de KNWU een nieuwe wedstrijdstructuur met niveaus die per discipline kunnen verschillen. Voor het wegwielrennen komen er vijf nieuwe niveaus, naast de bestaande UCI-categorieën (junioren, belofte en elite). Andere disciplines starten met minder niveaus. Om het niveau in het wegwielrennen te waarborgen, wordt een promotie/degradatieregeling ingevoerd, en worden per niveau verschillende wedstrijdformats gehanteerd.

2.  Sociale veiligheid | De 4 V's

Sociale veiligheid is een fundamenteel aspect van iedere sport, en de wielersport is hierop geen uitzondering. Binnen wielerclubs en de bredere wielergemeenschap is het essentieel dat alle leden, van recreatieve fietsers tot professionele renners, zich veilig, gerespecteerd en gewaardeerd voelen. Sociale veiligheid gaat verder dan fysieke veiligheid op de weg; het omvat ook het creëren van een omgeving waar respect, gelijkheid en inclusiviteit centraal staan.

Een gezonde clubcultuur waarin respect voor elkaar en wederzijds begrip centraal staan, draagt bij aan het welzijn van alle betrokkenen. Dit houdt in dat leden zich beschermd voelen tegen ongewenst gedrag, zoals pesten, intimidatie of discriminatie, en dat er duidelijke regels en protocollen zijn voor het aanpakken van dergelijke situaties. Door proactief te werken aan een veilige en ondersteunende omgeving, kunnen wielerclubs een sfeer creëren waarin iedereen zich kan ontwikkelen, ongeacht leeftijd, geslacht, achtergrond of vaardigheidsniveau.

Naast het implementeren van beleid en gedragscodes, speelt ook educatie een belangrijke rol. Het vergroten van het bewustzijn over sociale veiligheid en het stimuleren van open communicatie binnen de club kunnen bijdragen aan een positieve en inclusieve cultuur. Wielerclubs hebben de verantwoordelijkheid om een voorbeeld te stellen en actief te werken aan een sportomgeving waarin iedereen zich welkom en veilig voelt.

3.  Clubsupport

Wielerclubs vormen de ruggengraat van de wielersport. Ze brengen mensen samen die een passie delen voor fietsen, variërend van recreatieve rijders tot competitieve atleten. Om deze clubs te helpen floreren, is effectieve clubondersteuning essentieel. Clubondersteuning richt zich op het versterken van de basis, zodat wielerclubs een bloeiende gemeenschap kunnen blijven bieden die plezier, gezondheid en sportiviteit bevordert.

Goede clubondersteuning omvat een breed scala aan aspecten, waaronder het verbeteren van de organisatorische structuur, het aanbieden van trainingsmogelijkheden voor trainers en vrijwilligers, en het verstrekken van middelen en advies om evenementen en activiteiten te organiseren. Daarnaast is ondersteuning op het gebied van financiën, zoals subsidies en fondsenwerving, van groot belang om de continuïteit van clubs te waarborgen. Het helpt clubs om toegankelijk en betaalbaar te blijven voor iedereen, ongeacht hun achtergrond of niveau van betrokkenheid bij de sport.

Een sterke focus op clubondersteuning stelt wielerclubs in staat om niet alleen de sportieve prestaties van hun leden te verbeteren, maar ook om sociale en educatieve waarden te bevorderen. Het creëert een omgeving waarin leden zich verbonden en gewaardeerd voelen, en waarin jongeren worden gestimuleerd om actief en gezond te blijven. Door te investeren in clubondersteuning, wordt de wielersport als geheel versterkt, wat leidt tot een grotere betrokkenheid en een breder draagvlak voor de sport.

Kortom, effectieve clubondersteuning is de sleutel tot het succes en de duurzaamheid van wielerclubs. Het biedt de bouwstenen voor clubs om hun leden optimaal te ondersteunen, het plezier in het fietsen te vergroten en de wielersport toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor iedereen.

4.  Valpartijen

De wielersport draagt onmiskenbaar bij aan de verbetering van de conditie, motoriek en gezondheid in zijn algemeen. Maar de letselcijfers laten ook de keerzijde zien. Want als het mis gaat, is het
letsel vaak ernstig. De KNWU, Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU) en het kenniscentrum letselpreventie VeiligheidNL gaan samenwerken om fietsongevallen te voorkomen.

Cijfers van SEH-bezoeken en trends in ernstig letsel benadrukken het belang van extra aandacht voor veiligheid tijdens het mountainbiken en wielrennen. NTFU, VeiligheidNL en de KNWU willen via aanvullend onderzoek inzicht krijgen in wat er gebeurt voorafgaand en tijdens een fietsongeval, ook bij de ongeorganiseerde sportieve fietser. Door onder andere data te verzamelen bij wedstrijden, toertochten en clubritten, en ook van het gewone zondagse ritje. Hierbij is te denken aan een verbeterde inventarisatie van valpartijen, ongelukken, de aanleiding van de val en het verloop van herstel en nazorg.

KNWU:  “Wij willen meer inzicht hebben in waardoor renners vallen en wat de gevolgen zijn. Op basis van deze feiten kunnen we kijken welke interventies er nodig zijn om het veiliger te maken.”